Er komen veel variabelen bij kijken om een cannabisplant klein en compact te houden. Onderstaand is een lijst van de potentiële factoren die ongewenste planthoogte kunnen verminderen en het de planten mogelijk maken om hun energie beter te focussen.

GENEN

Een heel belangrijke factor voor het formaat van je planten, bestaat natuurlijk uit de genen. Dus kies verstandig als ruimte een probleem is. Cannabis bestaat uit Indica en Sativa en het is een groot voordeel om het verschil tussen die twee te begrijpen. Voor soorten van klein tot gemiddeld formaat worden Indica-strains aangeraden, want wanneer die eenmaal bloeien, is er een kleine ruimte tussen de groei van de internodia, en vooral tijdens de bloei.

HOU HET LICHT LAAG

De internodia van de plant bepalen het verschil in formaat tussen elke nieuwe hoofdstengel. Een goede manier om de afstanden tussen de internodia te beperken, is om het licht dicht bij de plant te houden, zodat de planten zich niet hoeven uit te strekken om het licht te bereiken. Veel growers bereiken tijdens de groeifase excellente resultaten door CFL-licht te gebruiken. Deze zachte vorm van fluorescent licht is precies wat planten nodig hebben tijdens de groeiperiode. LED is ook goed geschikt voor korte internodia.

KORTE VEGETATIEVE FASE

De tijd die je de plant geeft om te groeien, ook wel de groeifase genoemd (18 uur licht/6 uur donker), bepaalt het algehele formaat en de opbrengst. Een goede tip is om de plant korter te laten groeien. Als je volgens een Sea Of Green-scenario kweekt, dan zullen de planten ongeveer 60cm hoog blijven, ervan uitgaande dat het licht tijdens de bloeifase niet te ver van de planten af staat, maar dichterbij het bladerdak blijft.

PLANTENTRAINING

Dit is de bewerkelijkste manier waarop een grower kan zorgen voor een laag bladerdak. De eerste vorm van plantentraining is ‘Low Stress Training’ (L.S.T.), waarbij je de dominante hoofdstam die een auxine heeft om verticaal te groeien, vastbindt zodat die niet langer het hoogste punt in het bladerdak is. Door dit slechts één keer te doen, zullen de rest van de stengels rondom de plant meer zijdelings groeien en zullen er veel meer potentiële plaatsen voor toppen groeien. Na deze fase kun je de in bovenste van de nieuwe groeiende stengels knijpen. Het principe hierachter is dat je twee nieuwe stengels creëert waar er eerst maar één was. Kies hoeveel stengels je uiteindelijk wil hebben, en dit is een geweldige tijd om een scherm te plaatsen waar je de nieuwe delen van de plant doorheen laat groeien. Door deze methode, bekend als ‘Scrog’, toe te passen, zorg je ervoor dat alles dat door de top van het scherm komt genoeg licht krijgt om hoog te groeien, en alles daaronder afgeschermd blijft.

GEBRUIK KLEINE POTTEN

De vuistregel voor het formaat van de plant is: hoe groter de pot, hoe groter de plant. Zolang je een krachtig, gezond wortelsysteem hebt, kan het growen in hele grote potten leiden tot hele gote planten, en andersom. Een goede tip is om te kweken in plantenpotten met een grotere breedte dan hoogte. De reden hiervoor is dat, wanneer wortels bredere potten vullen, de plant als een ankereffect boven de bodem struikachtig en in de breedte zal groeien. Deze planten zijn in dit geval nog makkelijker te trainen om klein te blijven.

JUISTE KAMERTEMPERATUUR

Een grote factor die ervoor zorgt dat een plant zich ondanks haar genetische neiging om klein te blijven toch uitstrekt, is hitte. Hete kweekkamers met slechte ventilatie en een gebrek aan frisse lucht kunnen ervoor zorgen dat planten als gevolg van stress toch in de hoogte groeien. Als je als kweker wil dat de planten hun energie focussen op het groeien van korte internodale plaatsen voor toppen en op de ontwikkeling van de toppen, probeer dan de temperatuur tussen de 24-27°C te houden en nooit de 35°C te laten overstijgen.