Vaststellen van welk ongedierte je last hebt is erg belangrijk als je een succesvolle wietkweker wilt worden. De volgende lijst somt een aantal veelvoorkomende soorten op. Het is belangrijk dat je precies weet met welkbeestje je te maken hebt in jouw kweekruimte of tuin. Het kan ook zijn dat jouw cannabis bedekt is met vriendelijke roofinsecten, en die wil je niet uitroeien.

Met de juiste kennis heb je de halve strijd al gewonnen. Het onderstaande zou je een goed idee moeten geven van hoe de insecten eruit zien en wat je met ze moet doen.

De volgende insecten/dieren zullen vooral een probleem zijn voor buitenkwekers. Een goed onderhouden binnenkweek zou nooit ruimte moeten bieden aan insecten of andere vreemde entiteiten. Een binnenkweker zal dus weinig last hebben van insecten, maar het kan evengoed gebeuren. Wat je moet onthouden als binnenkweker is dat je nooit iets van buiten mee naar binnen moet nemen. Je kweekruimte moet een steriele en schone omgeving zijn.

Voordat je verder leest, moet je je er goed bewust van zijn dat een heleboel oplossingen te maken hebben met pesticiden. Het is heel erg belangrijk dat je de juiste soort pesticide gebruikt, niet alleen in verband met de gezondheid van de plant maar ook met die van jou. GEBRUIK ALLEEN PESTICIDEN DIE DUIDELIJK GELABELD ZIJN ALS VOEDSELVEILIG. Anders kun je jezelf vergiftigen wanneer je jouw wiet rookt of eet.

Bladluizen

Bladluizen zijn waarschijnlijk de meest voorkomende plaaginsecten en een kwelling voor tuiniers overal ter wereld. Je zult deze kleine lastpakken zeer waarschijnlijk wel tegenkomen als je wiet gaan kweken, zowel binnen als buiten. Deze insecten met hun zachte lichamen zijn ongeveer 30 mm lang en meestal groen of geel, maar ze kunnen elke kleur hebben. Soms hebben ze ook vleugels.

Bladluizen leven van het sap in de stengels en bladeren van jouw wiet. Je ziet ze vaak aan de onderkant van nieuwe aanwas bij de noden, waar ze hun aanval op richten en de groei belemmeren. Bladluizen laten bij hun voedplaatsen een schuimachtig spul achter dat honingdauw genoemd wordt. Ze zorgen er ook voor dat bladeren verwelken. Hoewel je ze vaak tegenkomt op deze delen van de plant, kunnen ze overal op de plant zitten.

Ze bewegen zich niet snel en zijn vaak van dezelfde kleur als de bladeren waar ze op zitten, en hierdoor zijn ze lastig te zien. Je moet heel nauwkeurig kijken om er zeker van te zijn. Om ze te verwijderen kun je verschillende op pyrethrum gebaseerde pesticidensprays gebruiken. Je kunt ook vriendelijke roofinsecten op je planten loslaten om de omgeving op een natuurlijke manier te behandelen – organische kwekers geven hier de voorkeur aan. lieveheersbeestjes zijn een goed voorbeeld van roofinsecten die wel raad weten met bladluizen. Je kunt op veel plekken de larven van lieveheersbeestjes en kweeksetjes kopen om je eigen voorraad aan te leggen. Je kunt ook zeep gebruiken, maar dit wordt over het algemeen niet aangeraden aangezien dit niet goed samengaat met de hars.

Bosmarmotten

Net als de marmot is de bosmarmot een klein knaagdier dat zich tegoed doet aan je cannabisplanten. Hij gaat niet voor de bladeren maar voor de stengels. Hierdoor is hij veel gevaarlijker, wat hij kan je plant dus heel snel vellen. Een goede manier om bosmarmotten weg te houden is door urine van natuurlijke vijanden te gebruiken of door een gaas rondom je kweekplek te plaatsen en ze de toegang te beletten.

Herten

Ze kunnen alleen de buitenkweek aantasten, maar dan eten ze ook gelijk je hele plantage op (je moet wel echt heel veel pech hebben om een hert in je binnenkweek rond te hebben lopen). Schrikdraad houdt ze niet weg, de enige manier om ze op afstand te houden is door de urine van een natuurlijke vijand te kopen (bij een jachtwinkel) en deze rond je plantage te sproeien (dus niet op de wiet zelf). Dit is een beproefde manier om deze beesten uit de buurt te houden.

Huisdieren

Huisdieren, zoals honden en katten, kunnen een bedenkelijke zegening zijn. Buiten, waar voldoende ruimte is, zullen ze minimale aandacht besteden aan je cannabisgewassen en ondertussen knaagdieren en herten wegjagen. Binnen kunnen ze echter flinke chaos veroorzaken. Katten, en met name jonge katjes, kunnen de dikke stengel van een wietplant als krabpaal gebruiken. Honden kauwen er graag op. Allebei kunnen ze bovendien de plant omver halen. Je kunt ze maar het best uit je kweekruimte houden!

Huisjesslakken en naaktslakken

Huisjesslakken en naaktslakken zijn weekdieren die in verschillende grootten voorkomen. Ze bewegen relatief langzaam, maar ze eten zich met veel plezier een weg door je cannabisgewassen heen. Je kunt zien wanneer je bezoek hebt van slakken, want ze laten een slijmerig spoor achter. Je kunt ze met de hand oppakken, maar de beste methode om je wiet te beschermen is door ze af te schrikken. Er zijn een paar manieren om slakken bij je gewassen uit de buurt te houden. Je kunt in de winkel slakkenkorrels kopen, een ring van zout rondom je planten leggen, kopertape om je potten plakken of biervallen om je tuintje plaatsen. Als je zout gebruikt, leg dat dan op enige afstand van je planten, want je wilt niet dat het zout bij het bewateren in de grond terechtkomt en je planten kapotmaakt. We hebben zelf gemerkt dat een kom bier in de buurt van je planten altijd goed werkt. Slakken worden door het bier aangetrokken, betreden de kom en verdrinken – best wel stom. Probeer eens een paar manieren uit om te zien aan welke jij de voorkeur geeft.

Knutten

Knutten zijn kleine vliegende insecten die op muskieten lijken. Ze zijn irritant omdat ze dezelfde problemen veroorzaken als bladluizen, ze zuigen namelijk het sap uit de stengel en bladeren. Ze veroorzaken niet zoveel schade als bladluizen, maar ze zijn toch heel vervelend als je er niets aan doet. De beste manier om met ze om te gaan is door een geschikte, op pyrethrum gebaseerde pesticide te kopen. Je kunt ook vliegenpapier gebruiken, maar dan loop je het risico dat je ook vriendelijke roofinsecten doodt.

Konijnen

Het konijn is een ander knaagdier waar je buiten voor op je hoede moet zijn. Konijnen zijn dieren die holen graven en die je hele plant kunnen verorberen. Ze werken snel en kunnen een gewas binnen een mum van tijd decimeren. Ze blijven uit de buurt van katten en honden (die op hun buurt weer hun eigen problemen veroorzaken). Je kunt konijnen op afstand houden met de urine van een natuurlijke vijand, die je bij een jachtwinkel kunt kopen. Als een konijn eenmaal een plekje heeft gevonden waar hij lekker kan eten, kan het knap lastig zijn om hem zover te krijgen dat hij wegblijft voordat hij alles opgepeuzeld heeft. Houd hem goed in de gaten.

Marmotten

Marmotten zijn knaagdieren van gemiddelde grootte die voornamelijk in Noord-Amerika en Canada voorkomen. Als je binnen kweekt, zul je geen last van ze krijgen. Marmotten zijn gravende knaagdieren die de bladeren van je planten eten. Als je sporen van marmotten ziet bij je planten, kun je droog chloor aanbrengen op de plek waar ze binnenkomen. Hiermee zou je ze weg moeten houden.

Mieren

De meeste mensen weten wat mieren zijn. Ze zijn klein, maar wel goed te zien en ze opereren in gecoördineerde koloniën. Als ze je planten aanvallen doen ze dat waarschijnlijk in een grote groep. Door hun coördinatie en samenwerking kunnen mieren snel cannabisplanten vernietigen in hun nooit eindigende missie om hun eigen kolonie te stichten. Ze vallen de plant aan en verscheuren de bladeren om die stukjes als voedsel mee terug te nemen naar hun kolonie. Zo veroorzaken ze bladverkleuring en bijtsporen op de randen van de bladeren. Mieren zijn makkelijk te herkennen, want de meeste mensen weten wel wat mieren zijn, bovendien opereren ze in grote groepen, die je niet zomaar over het hoofd ziet. Je zult ze hoogst waarschijnlijk buiten tegenkomen, maar je kunt ze ook binnen tegen het lijf lopen. Je kunt mieren bestrijden met pesticiden, maar je moet dan wel erg voorzichtig zijn, want deze kunnen ook schadelijk zijn voor mensen.

Rupsen

Rupsen zijn het nageslacht van vlinders en motten en kunnen je cannabisplanten met hun onstilbare honger helemaal kaalvreten. De ouders zijn niet schadelijk, maar ze leggen wel meerdere eitjes, vaak aan de onderkant van bladeren, die de ondergang van je planten kunnen betekenen. Een rups kan in zijn eentje binnen enkele dagen een grote top helemaal opeten. Ze eten alles wat ze maar te pakken kunnen krijgen, maar ze zijn met name dol op zaailingen. Je kunt zien dat een rups in de buurt is geweest als grote delen van de bladeren aangevreten zijn.

De beste manier om met rupsen om te gaan is door de rupsen en larven weg te halen en ergens anders los te laten. Dit kun je niet alleen met rupsen doen maar ook met aardwormen en andere insectenlarven.

Schildluizen

Een schildluis is een insect dat nauw verwant is aan de bladluis. In het begin zijn ze nog mobiel, maar ze posteren zich al gauw op één plek en worden dan onbeweeglijk. In deze staat hebben ze een stevige grip op je cannabisplanten. Ze tappen sappen van je wietplant af. Als je ze vindt voordat ze het zich gemakkelijk hebben gemaakt, kun je ze handmatig eraf plukken. Anders moet je een schuursponsje gebruiken om ze te verwijderen. Je kunt ze ook besproeien met horticulturele olie. Dit is een organisch insectenbestrijdingsmiddel dat je bij de meeste tuincentra kunt kopen. Wees voorzichtig wanneer je jouw cannabis met een schuursponsje schoonmaakt, je kunt snel cannabinoïden bevattende trichomen beschadigen. Schildluizen verspreiden bovendien schimmel, dus je moet ze zo snel mogelijk aanpakken, anders veroorzaken ze nog meer ellende.

Sprinkhanen

Als je ze in kleine aantallen ziet, kun je ze beschouwen als toeristen. Ze zijn geen groot gevaar voor je cannabiskweek. Sprinkhanen zijn meestal grote, groene insecten met lange poten om te springen. Kenmerkend is het hoge, klikkende geluid dat de mannetjes maken. Vaak gaan ze ook weer weg zonder dat mensen hoeven in te grijpen. Je komt ze zelden in de binnenkweek tegen. Als je ze rond ziet hangen, kun je ze van je planten plukken en verplaatsen. Ze komen meestal niet met velen, zwermen met sprinkhanen zijn zeldzaam.

Alleen wanneer sprinkhanen in een zwerm cicaden komen vormen ze een probleem. Een cicade is een lid van de sprinkhaanfamilie dat zich in zwermen van miljarden exemplaren voortbeweegt. Als je de pech hebt dat je ergens woont waar dit fenomeen zich wel eens voordoet, kun je eigenlijk alleen maar stekjes van je planten nemen en doorgaan met kweken. Deze helse plaag kun je op geen enkele manier het hoofd bieden. De meeste mensen zullen echter nooit last hebben van zwermen cicaden, zeker in Europa, waar dit eigenlijk nooit voorkomt.

Spintmijten

Spintmijten zijn echt een ramp die gewoon zit te wachten om zich te voltrekken. Zij zijn de reden waarom je NOOIT een plant van buiten mee naar binnen moet nemen. Spintmijten zijn werkelijk een verschrikking voor je cannabisplanten, die extreem gevoelig voor ze zijn. Zorg dat je altijd pesticide tegen spintmijten bij de hand hebt – ze kunnen binnen enkele dagen je gewassen opeten.

Spintmijten zijn kleine insecten die individueel moeilijk te zien zijn. Ze verraden zich doordat ze zich meestal in grote aantallen verzamelen op de plek waar ze voedsel hebben aangetroffen, zo zijn ze goed te zien. Ze bouwen ook webben rondom de aangetaste gebieden, je ziet het dus wel wanneer de boel uit de hand loopt. Net als bladluizen tappen ze sappen uit de cannabisplant en zuigen de plant zo droog. Het probleem is dat ze in zulke grote aantallen komen opdagen dat je plant geen kans krijgt om zich te beschermen. Net als bladluizen komen ze erg veel voor.

Termieten

Termieten kunnen een groot gevaar betekenen voor je gewassen, ook als het er maar een paar zijn. Net als mieren zijn termieten insecten die in kolonies leven en als zwerm opereren. Ze zijn berucht doordat ze hout eten, maar ze kunnen ook binnen enkele dagen je cannabisplant verorberen, ze maken geen onderscheid. Bedenk ook dat je cannabisstengels een houtachtige kwaliteit hebben.

Als je binnen termieten hebt, is je cannabisaanplant je minste zorg. Als je buiten last van ze hebt, kun je in het gebied rondom je planten heel veel water gieten. Ze houden niet van water en zullen meestal geen drassige grond oversteken. Je kunt ook commerciële producten kopen, maar wees voorzichtig, wij kennen geen een product dat plantvriendelijk is, en dat is met name een probleem als je die plant later wilt consumeren. De beste methode is door het nest te vinden en ze ter plekke te verdrinken.

Tripsen

Tripsen zijn kleine, dunne insecten die in een latere levensfase vleugels ontwikkelen. Ze vallen vaak bladeren aan en de bloeiende delen van de wietplant. Je ziet wanneer ze je plant met een bezoekje vereerd hebben, want dan kunnen delen van de bloem zilverachtig worden en uiteen vallen. In de buitenkweek is een tripsenplaag onwaarschijnlijk, want meestal zijn daar genoeg natuurlijke vijanden. Binnen zul je echter een goed tripsenpesticide moeten gebruiken, een die op pyrethrum gebaseerd is.

Witte vlieg

De witte vlieg, de plaag voor de moestuinkweker, staat erom bekend dat hij zich tegoed doet aan groeiende groenten. Maar als hij de kans krijgt, knabbelt hij ook graag aan je wietplanten. Een witte vlieg is ongeveer 4 mm groot maar kan afhankelijk van de soort variëren in grootte. Hij heeft witte vleugels waarmee hij korte afstanden kan vliegen. Een witte vlieg voedt zich met de sappen uit je wietplant. In grote aantallen is hij dodelijk voor je gewassen. Hij maakt een kenmerken zoemend geluid als hij zich in grote groepen bevindt, je zou ze dan makkelijk moeten kunnen opmerken. De witte vlieg laat honingdauw achter, hierdoor wordt je cannabisplant kwetsbaar voor schimmel. Hij heeft veel natuurlijke vijanden, maar je kunt hem ook bestrijden met zeep bevattende pesticiden - wees wel voorzichtig hiermee, want dit spul kan ook je trichomen vernietigen. Witte vliegen komen veel voor, wees op je hoede.

Wolluizen

Wolluizen lijken op gepantserde versies van bladluizen. Ze vallen je cannabis op dezelfde manier aan als bladluizen dat doen, en je kunt ze ook op dezelfde manier bestrijden.